Het uitdijend heelal
Hebt u zich wel eens afgevraagd waarom we altijd méér willen, waarom een lege kamer altijd vol komt, waarom het huis altijd te klein is? Dat komt omdat wij onderworpen zijn aan de wetmatigheid van het uitdijend heelal.
Het is duidelijk dat het leven zich voltrekt in golven; golven van eb en vloed, dag en nacht, vallen en opstaan, in- en uitademen, stelling en tegenstelling. Sinds de Big Bang is de oermaterie met een enorme kracht uit elkaar aan het spatten en in die beweging leven wij. Het is wachten op het moment in de toekomst dat deze kracht aan haar eindpunt komt en dat - één heilig ogenblik - de hemellichamen roerloos stil zullen staan. Ik denk dat wij op dat moment niets meer willen, geen enkele ambitie meer voelen en dat er geen woord meer over onze lippen komt. Maar dan! De nog steeds aanwezige massa van alle rondzwevende steenbrokken zal langzaam elkaars gewicht gaan voelen en tot elkaar aangetrokken worden. In deze kosmische beweging zullen wij steeds minder willen, onze huizen leegmaken en onze gedachten inslikken. De steenmassa’s zullen langzaam in versnelling naar elkaar toe gezogen worden. Op het eind zal de snelheid zo razend worden dat wij het niet meer kunnen bevatten en in onze adem stikken. Alle massa implodeert met een enorme Negative Bang tot een golfballetje met een enorm gewicht. Zo zwaar dat het licht er naar toe gezogen wordt en de straling volledig geabsorbeerd. Deze duistere periode duurt heel lang maar er komt een moment dat de opgezogen energie van alle binnengeslorpte straling de materie begint op te stoken tot een onmenselijke hitte en dan... juist: met een enorme klap bevrijdt de materie zich en ademt zich de onmetelijke ruimte in, met brokstukken waarop wezens ontstaan die naar de Ikea rijden om nieuwe kastjes te kopen.