Artimus
In het voorjaar van 1975 speelde ik sax bij Golden Earring tijdens hun toernee door de Verenigde Staten.

Bijna elke dag vlogen wij, de muzikanten en een kleine crew, met een lijnvlucht naar de volgende plek voor het volgende concert. Soms, als er geen rechtstreekse vlucht was naar die volgende concertplek, werd er een charter geregeld.
Eén van die dagen dat we met met zo’n klein vliegtuigje waren opgestegen om ons zo’n driehonderd kilometer verder af te zetten, staat me nog helder voor de geest. Toen de piloot op cruise hoogte zat sloot hij de communicatie met de verkeerstoren en zette koers. Hij draaide zijn hoofd om en riep iets naar achteren over seatbelts die los kunnen en enjoy the flight and relax.
Uit zijn borstzak haalde hij een grote joint die hij op zijn gemak aanstak. Ik zat schuin achter hem en zag door de rook de bergen in de verte. De propeller draaide, de motor ronkte.
‘You guys from Europe, you smoke?’
Hij hield de joint in mijn richting, ik nam hem aan.
Ik nam een hijs, het was goeie wiet. Puur, zonder tabak. Ik gaf de joint door. Niet iedereen rookte maar de joint ging rond en kwam weer bij mij terecht. Ik nam nog een trek en tikte de piloot op zijn schouder, Hij nam zonder om te kijken de joint weer over en rookte hem op.
Iedereen zweeg, de propeller ronkte, we vlogen over de bergen.
‘I’m gonna show you these beautiful mountains from a different angle’ zei de man en we voelde dat hij een kleine duikvlucht uitvoerde.
We zwegen.
Het was verbijsterend mooi. We vlogen door een grote kloof met rotswanden aan beide zijden. Het licht was als in een film.
Toen we uit de kloof kwamen stoof de piloot zo snel naar een grote hoogte dat ik licht misselijk werd. Die stoonde vogel begon er lol in te krijgen om ons te intimideren en liet de vleugels wiebelen om te bewijzen dat hij de zaak onder controle had. We zaten ineens op de rand van kicken en/of scary. Ik twijfelde of ik dit leuk vond en hoorde George in plat Haags zeggen, voor mè hoefttut niet meeh!
Deze vlucht schoot me te binnen omdat we hetzelfde toermanagement hadden als Lynyrd Skynyrd. Ook voor hen regelde het toermanagement dit soort charters als er geen lijnvlucht geboekt kon worden en een paar jaar later is Lynyrd Skynyrd, de volledige band, neergestort omdat zo’n vage charter niet genoeg brandstof had getankt.

Lynyrd Skynyrd was weergaloos populair in het Zuiden van de Verenigde Staten. En terecht. De eerste keer dat we supporting act voor hen waren zocht ik na ons optreden aan de zijkant van het podium een goeie plek om ze te zien. Hun album had indruk op me gemaakt en ik was dubbel nieuwsgierig omdat ze de avond ervoor, in de bar van het hotel, slaande ruzie hadden gekregen over wie er de baas was in de band.
De lichten gingen uit en een hels gillende menigte van het volgepakte stadion schreeuwden om de helden van de Southern Rockmusic. Ze kwamen vóór me langs, traag in het halfdonker. De zanger Ronny van Zant met hoed, de 3 gitaristen waarvan er twee duidelijk schade van een vechtpartij op hun gezicht hadden, een slungelige gast met een zonnebril, de bassist en als laatste met de sticks in zijn handen, de magere en nerveuze drummer.
Het geluid van het publiek in het stadion vlamde op tot orkaansterkte toen ze het podium opgingen. De gitaristen plugden in en streken wat over de hals om het geluid uit de versterker te horen, alsof ze een jam gingen spelen in een café. De drummer roffelde flauwtjes over wat trommels, de zanger liep langzaam in de richting van de enige microfoon op het podium. De orkaan van het stadion zoog langzaam weg. De gitaristen draaiden zich naar de drummer, Ronny van Zant zette zijn microfoonstandaard een beetje scheef en riep:
‘We’re Lynyrd Skynyrd!’
Een explosie van geluid uit het stadion!
En vanuit het niets zette de band in met Free Bird, een super langzaam slepend nummer. Het geschreeuw ging over in een warm applaus en het publiek was stil! Ik stond perplex! Wij, Europese rockertjes, wilden altijd de set indrukwekkend beginnen met een stevige nummer en deze onder elkaar vechtende rednecks begonnen een uitverkochte stadionshow met een slepende ballad! Hun gitaren hadden een prachtige sound en de drie partijen zaten elkaar nergens in de weg. De zanger zette een strakke melodie neer, mooie songs, deze band was gewoon fantastisch.

Een paar dagen later keek ik vanuit de 4e verdieping van de Holiday Inn op de parkeerplaats van het hotel.
Twee zwarte limo’s stonden achter elkaar geparkeerd vlakbij de ingang. De chauffeurs, donkere mannen met zonnebril in zwart pak gestoken, stonden tegen hun Fleetwoods geleund met elkaar te kletsen. Ze hadden ons van het vliegveld gehaald en nu zouden ze wachten tot het moment dat wij naar de hal gingen voor de soundcheck. Die avond speelden we weer een show, supporting Lynyrd Skynyrd. Het was één uur in de middag en de soundcheck was om vijf uur.
Er kwam een idee in me op...
Mijn podiumkleren begonnen vreemd te ruiken. Ik twijfelde of ik ze naar de wasafdeling van het hotel zou brengen want stel dat er een dagje iets niet lekker liep in die wasserij...dan zou ik mijn kleren niet schoon en gestreken terug in mijn koffer hebben als morgenvroeg de limo’s ons kwamen ophalen voor de rit naar het vliegveld. Dat was iemand van de crew al overkomen. Je kon wel rekenen op service van het hotel; het management zorgde er voor dat je wasgoed, jawel schoon en gestreken, 2 of 3 dagen later bij een volgend hotel 800 km verderop klaarlag bij aankomst.
Te riskant.
Het vooruitzicht vanavond de bühne op te moeten lopen in stinkende kleren gaf de doorslag.
Ik besloot naar de limo-chauffeurs te stappen met de vraag of zij een snelle wasserette in de stad wisten die mijn pakketje opgefrommeld stinkgoed nog vóór de soundcheck konden omtoveren in een outfit die me zelfvertrouwen zou geven.
Op de gang naar de liften trof ik Artimus, de drummer van Lynyrd Skynyrd. Hij had óók een tasje met kleren waarmee hij zo te zien op weg was naar naar de balie op de begane grond.
Ik keek hem aan, hij sloeg zijn ogen neer. Het was een klein mannetje, deze drummer van de ruigste band uit het Zuiden van de Verenigde Staten. Mager. Hij zag er niet senang uit. Onrustig, een beetje trillend, sjofel gekleed.
‘You’re allright?’
Hij keek me vluchtig aan.
‘Yeah Yeah, alright.’
Zijn ogen kwamen heel even mijn kant op en zagen mijn plastic zak met wasgoed.
De liftdeuren gingen dicht en ik vertelde hem mijn plan. Hij keek naar zijn tasje en naar mijn schoenen.
De lift opende en we liepen de lobby in toen hij plotseling zei:
‘You really think it’s gonna work with those guys and the limo’s and all?’
‘I don’t know. I just give it a try. You can join me if you want to.’
‘Yeah’
Het kwam bijna onhoorbaar uit zijn mond en hij sjokte achter me aan.

De chauffeurs stonden nog tegen de Fleetwoods geleund in de volle zon. Zwijgend vanachter hun zonnebrillen zagen ze ons naderen. Die gasten waren groot en gespierd. Zo te zien in topvorm. Ze zagen er superieur uit, wij waren rafelige rockmusicians- on-tour met een plastic tasje.
Ik hoorde Artimus.
‘I don’t think this is gonna work man’
‘We’ll see’.
Ik dacht, wat heb ik te verliezen. Ik heb nog nooit met ‘an American limo driver’ gesproken, dit lijkt me een faire kans.
‘Hi, we’re from the band. My name is Bertus’ (wat ik op z’n Amerikaans uitsprak als ‘Burtis’)
De man gaf een klein zetje met zijn heup, veerde zich los van de limo en gaf me glimlachend een hand.
‘Hi Burtis, what can I do for you?’
Ik vroeg hem of hij in town een goeie laundrette wist die onze stage-outfits in good shape kon brengen, really fast gedroogd en wel, zodat we op tijd terug waren bij het hotel voor de soundcheck, is that possible?
‘Sure man, we’re here for you. I know the right place to solve your problem. Get in.’
‘Can I sit in the front?’
‘Sure’
Artimus dook op de achterbank.
Het plan verliep naadloos. We kwamen terecht in een laundrette met grote metalen wasmachines die voor een paar munten de was deden.
Op een fel geel gekleurd bankje keken we naar onze rondtollende kleren.
Artimus zag er bleek uit. Hij rilde lichtjes.
‘Are you alright?’ vroeg ik weer.
Hij keek me verlegen aan.
‘Yeah...yeah...I’m alright.’
‘I think you guys have a great band. It must be fantastic to play drums in a band like this.’
Ik voelde dat dit compliment in mijn school-Engels hem nog verlegener maakte.
We keken weer naar onze ronddraaiende kleren in die grote machines onder het neonlicht.
Er gingen een paar minuten voorbij.
Hij hief zijn hoofd een beetje op en keek schuin naar mij.
‘Lot of tension in the band’.
Hij zei het zo voorzichtig dat ik er van schrok.
‘I see’, zei ik, ‘I’m sorry’.
‘Don’t, it’s alright’
Weer die zachte stem en een licht wuiven met zijn hand.
De kleren waren klaar. We gooiden alles in één droogautomaat, de 1e droogautomaat die ik in mijn leven zag, en gingen weer op het bankje zitten. Een beetje kijken naar het kleurrijk volk wat vrolijk kwetterend in en uit ging.
Met schone en droge kleren stapten we weer in de limo, ik voorin Artimus op de achterbank.
Terug in de lobby tikte hij me licht aan.
‘Thanks man.’
Weer die onzekere stem.
Hij liep rechtstreeks met zijn tasje naar de hoek waar de toiletten en de telefooncellen waren. Ik nam de lift naar boven en ging nog even kijken wat er op de lokale TV te zien was vóórdat we naar de soundcheck moesten.
Artimus heb ik niet meer gesproken.

Toen ik dit voorval van de wasserette opschreef schoot me te binnen dat Artimus ook in het vliegtuig moet hebben gezeten wat in oktober 1977 is neergestort.
Chat GPT zou daar ongetwijfeld meer over kunnen vertellen.

Inderdaad.
Chat GPT vertelt me dat Artimus Pyle nog leeft en stuurt me door naar een video uit 2024 van RFD-TV, een Amerikaanse betaalzender. Artimus, inmiddels een 76-jarige Amerikaan met snor-baard-Stetson, wordt geïnterviewd over de crash van 46 jaar geleden en hij zegt met een sonore stem “I think about it everyday”.
Artimus vat met deze constatering zijn leven vanaf de crash treffend samen. Wat is er gebeurd? Nu wil ik het weten ook!

Op 20 oktober 1977 stort een Convair CV-240 neer in het moerasgebied in het Zuiden van Mississippi. In het toestel zitten, behalve de bemanning, de volledige bezetting van Lynyrd Skynyrd met hun crew. Deze charter is gehuurd door het toermanagement om hen naar Baton Rouge in Luisiana te brengen voor het volgend concert.
Tijdens de vlucht begint het toestel hoogte te verliezen en de bemanning meldt een brandstof probleem. Artimus ziet echter méér. Eén van de motoren staat in vlam. Hij is zelf ook een liefhebber van vliegen en heeft een brevet als amateur-piloot. Rennend naar de cockpit begint hij tegen iedereen te roepen om de riemen vast te maken, de sigaretten te doven en gebukt te gaan zitten. Hij gaat er nog van uit dat de piloten proberen een nabij vliegveld te vinden maar in de cockpit aangekomen ziet hij dat ze de zaak niet onder controle hebben. Er worden verwarde beslissingen genomen.
Het landingsgestel wordt bijvoorbeeld uitgeklapt terwijl er onder hen alleen maar bomen te zien zijn. Als de piloten beseffen dat dit geen goed idee is, proberen ze het landingsgestel weer in te trekken maar daarvoor heeft de machine niet meer genoeg energie. Als hij zich er mee wil bemoeien schreeuwen de piloten tegen hem: “Artimus, you had better go back and strap yourself in.”
Later beseft hij dat ze hem hebben gered door hem weg te sturen want ze bedoelden eigenlijk: “If you want to live, you had better get out of this cockpit.”
Artimus ziet dat hij de zaak niet kan keren. Hij gaat weer alle stoelen af met waarschuwingen om gordels om te doen en gebukt te gaan zitten in afwachting van de klap. Degenen die niet slapen raken inmiddels in een opkomende paniek want het vliegtuig begint met schokken te vallen en schuin te hangen. Artimus schiet in zijn stoel, doet zijn gordel om en buigt zijn hoofd naar zijn knieën. Het laatste wat hij hoort is zijn buurman, iemand van het management van Bill Graham, die verbaasd uitroept ‘Trees!’. Er volgt een klap en het licht gaat uit. Het neerstortend vliegtuig is in zijn vlucht bruusk afgeremd door de bomen.

Als Artimus in het wrak bij bewustzijn komt ziet hij overal lichamen. Hij hoort geluiden dus sommigen leven nog maar niemand beweegt.
Hij kan zich losmaken van zijn stoel en slaagt erin uit het wrak te klimmen. In het drassig bebost gebied begint hij aan een blinde zoektocht naar hulp. Als hij eindelijk bij een boerderij komt begint hij te schreeuwen. De boer komt naar buiten met een geweer en schiet op de zwaargewonde drummer die zich huilend op de grond laat vallen. De kogel gaat rakelings langs hem heen en de boer begrijpt al snel dat deze man geen zwerver is met slechte bedoelingen. Hulpdiensten worden gebeld en Artimus leidt hen naar de plek van de ramp. Drie bandleden, beide piloten en de man die naast Artimus zat zijn al overleden, de rest van de band en crew is zwaargewond. Sommigen zijn in levensgevaar.
Zoekend op het internet kom ik video’s tegen waarin hij met de Artimus Pyle Band songs speelt van Lynyrd Skynyrd. In talloze verslagen verteld hij van de crash en wat er aan vooraf ging en tot mijn verbazing is hij co-writer van de film Street Survivors: The True Story of the Lynyrd Skynyrd Plane Crash die in 2016 werd uitgebracht door Cleopatra Films. Hij krijgt hiermee meteen een proces aan zijn broek van de familie van Ron van Zant, de verongelukte leadzanger van de band. Artimus had mede een Consent Order ondertekend dat de naam van de band nooit meer commercieel gebruikt mocht worden. Pas in 2018 oordeelde een rechter dat het hier een persoonlijk verhaal van Artimus Pyle betrof waarbij hij geen commerciële intenties had, slechts de eerlijke bedoeling om de waarheid, het èchte verhaal, te vertellen. En Artimus Pyle is dit verhaal tot op de dag van vandaag!

Zo geeft hij in een interview met Forbes in 2021 de situatie in aanloop naar de crash gedetailleerd weer. Hij beschrijft de inschattingsfouten die de piloten maakten, de slordigheden in de voorbereiding van de vlucht. Geheel in de stijl van de gevoelige en zachte gast die ik destijds in een Amerikaanse wasserette leerde kennen, verwijt hij hen niets: ‘I’ve never hated them or anything, because they didn’t want to die, their families didn’t want them to die.’

ThuisBertusPodiumMuziekZolderWoordWinkelContact   /   biebspinselsde oude doosgeneuzelpoeziealbum

Klets
Artimus21.06.2025
Euforie hormonen11.07.2013
Apache op een klarinet12.01.2011
November slachtmaand25.05.2010
Freddie11.02.2009
Dizzy12.06.2008
Militaire keuring23.03.2008
A boy named Lou25.05.2007
Muziek in de Lage Landen26.10.2006
Vessem10.09.2005