De Bloedlijn
Als het gaat om onze stamboom dan hoor je zelden iemand zeggen: “ik stam af van een bedelaar die doodgeslagen is door ’n paar lomperiken tijdens voedselrellen in 1703.” Nee, het zijn toch vooral edelen en ander hooggeplaatst spul waarvan wij de genen voort dragen.
Maar ik neem u even mee voor een eenvoudige rekensom. Ik ben nu 60 en pakweg honderd jaar geleden waren mijn opa’s en oma’s jonge mensen. Dus ik kan met grote stelligheid beweren dat er rond 1900 2 vrouwen en 2 mannen rondliepen waarvan ik rechtstreeks afstam. Deze mensen stamden ook ieder van één man en één vrouw, en ook in de rest van dit verhaal zal de verdeling tussen mannen en vrouwen volkomen gelijk blijven. Laat ik voor het gemak zeggen dat er elke 25 jaar een nieuwe generatie ontstaat, dan lopen er rond 1875 al 8 mensen rond waarvan ik later zal afstammen. Vanaf nu gaat het hard: in 1850 zijn het er 16, in 1825 al 32 in 1800 64. U voelt het al aankomen en dan reken ik nog mild, maar volgens deze logica zijn er rond het jaar 1700 ergens op deze wereld zo’n 1024 mensen waarvan ik met wellicht misplaatste trots de genen vertegenwoordig in onze tijd. Voor mijn kinderen geldt het dubbele en aan mijn kleinzoon kan ik vertellen dat in 1700 na Christus er zo’n 4096 mensen op deze planeet rondliepen die hij zijn voorouders mag noemen. De kans dat daar op z’n minst één geslaagd persoon tussen zit is behoorlijk groot. Eén man die misschien wel een adellijke titel had gekocht en die toen hij genoeg had van het geschreeuw van de hongerige bedelaars voor zijn deur er zijn personeel op af stuurde. Daar zaten een paar ruige rakkers tussen die zo’n verzetje wel konden gebruiken en toen de rust was weergekeerd lagen er 3 bedelaars dood op straat. Eén van hen was de avond ervoor bij een meisje blijven slapen en ook zij is een van je voorouders.